Zink.
Nomenclatuur en chemie:
Het chemische symbool van
zink is Zn.
In voedingssupplementen zit
zink bijvoorbeeld als zinkgluconaat, zinkcitraat, zinkpicolinaat,
gecheleerd zink.
Bronnen:
Zink is alom aanwezig in de
natuur, vooral in vis en schaaldieren.
Hier volgt een overzicht van
de hoeveelheid zink die in een aantal afzonderlijke produkten aanwezig is:
Bron |
Zn (mg/g) |
Zink/produkt* |
Oesters |
0,75 |
35 mg/pond |
Biefstuk |
0,064 |
6,4 mg/100 g |
Bloemkool |
0,0037 |
0,37 mg/100 g |
Zinksulfaat |
400 |
|
Zinkchloride |
480 |
|
Zinkgluconaat |
140 |
|
Zinkorotaat |
170 |
|
Gecheleerd zink |
100 |
|
* Deze getallen zijn bij
benadering, omdat de hoeveelheid per produkt kan variƫren.
Evenwichtige voeding bevat
ongeveer 15 mg per dag.
Tekort-karakteristieken:
Smaak-en reukverlies
Witte plekjes op de nagels
Factoren voor verhoogd
gebruik:
Consumptie van alcohol
Gebruik van de pil
Stress (zowel mentaal als fysiek)
Verwondingen, brandwonden
Zwangerschap, lactatie en groei
Risicogroepen (voor tekort):
Baby's
Kinderen
Bejaarden
Personen die veel suikers eten
Toepassing bij:
Verzwakt immuunsysteem
(infecties, virusziekten)
Vertraagde groei (ook geslachtsorganen)
Onvruchtbaarheid
Anorexia nervosa
Dementie
Hypoglycemie, diabetes mellitus
Dosering:
Orthomoleculaire aanbeveling
:
Volwassenen en kinderen :
15 mg
Zwangerschap en lactatie : 25 mg
Werkt met name samen met:
B-complex (voor
glucose-huishouding)
Chroom (voor glucose-huishouding)
Vanadium (voor glucose-huishouding)
Vitamine A (thymus-stimulering, epitheel)
Vitamine B6 (prostaglandinen-stofwisseling)
|