Nieuwsbrief.
S.
van der Veen, arts.
Gravenmaat
17.
9302 GA
Roden.
Tel: (050) 501 46 66
Fax: (050) 501 8 29
Email: drsvanderveen@home.nl
Website:
www.drsvanderveen.nl
Wat is homeopathie?
Wat is homeopathie eigenlijk? Hoe
is deze ontstaan? Zijn er meerdere homeopathische
werkwijzen? Hoe gaat een bezoek aan een homeopathische arts
of therapeut in zijn werk?
De homeopathische geneeswijze is
veel ouder dan menigeen denkt. Voor onze jaartelling schreef
de Griekse geleerde Hippocrates, die leefde van 460 tot 377
voor Christus, over deze methode. Van hem is ook het zgn. "Similia-principe"
afkomstig, dat in praktisch elk verhaal over homeopathie te
vinden is. De volledige Latijnse regel luidt: "Similia
similibus curentur". Enigszins vrij vertaald betekent dat:
"het gelijke zal door het gelijkende genezen worden". Men
kan echter ook zeggen: De zieke kan genezen worden door een
middel dat dezelfde kenmerken heeft als het ziektebeeld dat
hij vertoont.
In de achttiende eeuw werd deze
geneeswijze door de Duitse arts en scheikundige Samuel
Hahnemann als het ware opnieuw ontdekt. Hij gebruikte voor
het eerst de naam "homeopathie", afgeleid van de Griekse
woorden homoios (gelijksoortig) en pathos (lijden). Zijn
grootste verdienste was, dat hij haar door uitgebreide
onderzoekingen tot ontwikkeling heeft gebracht. Daardoor
wordt deze arts beschouwd als de grondlegger van de
homeopathie. Vele middelen werden door dr. Hahnemann aan
gezonde mensen, onder wie vrienden en studenten, toegediend.
Hij bestudeerde de uitwerking, beschreef deze nauwkeurig en
systematisch en zo ontstond een geneesmiddelbeeld.
Geneesmiddelbeelden zijn nog altijd de basis van de huidige
homeopathie. Het werk van Hahnemann is later door anderen
voortgezet waardoor de kennis van deze geneeswijze werd, en
nog steeds wordt, aangevuld en uitgebreid.
Onderscheid
klassieke en klinische homeopathie .
De beoefenaren
van de klassieke homeopathie passen deze geneeswijze in de
meest oorspronkelijke vorm toe, dat wil zeggen volgens het
voorschrift van de grondlegger Hahnemann. Dat houdt in dat
men zoekt naar de bij de patiënt passende geneesmiddelen
voor zijn klachten. Die klachten kunnen acuut of chronisch
zijn. Door een chronisch zieke patiënt eerst een groot
aantal vragen te stellen, niet alleen over zijn
ziekteverschijnselen, maar ook over zijn mentale, emotionele
en lichamelijke aangeboren en verworven eigenschappen, zal
de homeopathische arts trachten de constitutie van die
persoon (zijn algemene gesteldheid) vast te stellen. Heeft
hij deze gevonden, dan zal hij de daarbij passende
geneesmiddelen bepalen en voorschrijven. Die geneesmiddelen
beogen de algemene toestand van die patiënt te verbeteren en
zijn weerstand te versterken, waardoor de ziekte wordt
overwonnen. Bij de acute aandoeningen richt men zich vooral
op alle manifeste verschijnselen van een recent opgekomen
ziekte. De diepere achtergrondinformatie over de patiënt is
dan van minder groot belang. Kort en bondig kan men zeggen,
dat de klassieke homeopathie de mens als geheel centraal
stelt.
Klinische
homeopathie noemt men die methode, waarbij de arts kiest
voor een middel dat meer correspondeert met de klinische
diagnose van de ziekte, dan met de algemene symptomen van de
patiënt. Niet de gehele persoon, maar de ziekte staat
centraal. Deze methode, die meestal toepassing vindt in
acute situaties en bij zelfmedicatie, is dus duidelijk een
andere dan die van de klassieke homeopathie. Het onderscheid
tussen de 'klassieke' en 'klinische' benadering blijft wat
kunstmatig. Er dient altijd zoveel mogelijk gezocht te
worden naar het middel dat optimaal bij de persoon en diens
situatie past.
Aard en
bereiding.
Homeopathische geneesmiddelen worden voor een groot deel
bereid uit plantaardig materiaal. Vandaar dat homeopathie
niet zelden verward wordt met fytotherapie
(plantengeneeskunde). In de fytotherapie wordt echter niet
gewerkt vanuit het similia principe. Naast plantenmateriaal
benut de homeopathie overigens ook wel dierlijke producten,
mineralen en enkele chemische stoffen.
Uit de planten
of het andere basismateriaal wordt eerst een oertinctuur
(oorspronkelijke stof - vaak sap) bereid, die stapsgewijs
wordt verdund en geschud. Dit proces wordt potentieren
genoemd. Er wordt gepotentieerd in stappen van 1 op 10 of 1
op 100. In het eerste geval ontstaat een D
(decimaal)-potentie en in het tweede een C
(centesimaal)-potentie. Hierbij doet zich het opmerkelijke
feit voor, dat naarmate de oertinctuur meer verdund en
geschud is, de werking van het middel sterker is. Er zijn
ook nog hogere potenties dan de C-verdunning. Achter de
Latijnse naam van het middel staat de verdunning, bijv.
Arnica D3.
Hoe gaat
een homeopathisch consult in zijn werk?
Het consult
bij een homeopathische arts of therapeut verloopt anders dan
bij een huisarts of specialist in het ziekenhuis. Bij de
behandeling van chronische klachten zal een homeopathisch
werkende arts een middel zoeken, dat zo goed mogelijk bij de
patiënt past. Een homeopathisch middel past bij een mens
zoals een sleutel in een slot en activeert het gehele gestel
om beter te werken. Uw behandelaar zal daarom veel willen
weten, niet alleen over de klachten zelf, maar ook over
vroegere ziekten, eerdere behandelingen hoe u zich bij
warmte en bij kou voelt, wat u eet en drinkt, of u een
ochtend- of avondmens bent. Daarnaast zal hij vragen naar
enkele van uw karaktereigenschappen, o.a. of u gauw uit uw
doen bent, of u snel geprikkeld bent, of u verlegen en
onzeker bent, of juist zelfverzekerd. Hij stelt zulk soort
vragen echter niet uit nieuwsgierigheid, maar hij heeft deze
bijzonderheden over uw persoon nodig om een geneesmiddel te
vinden dat zoveel mogelijk bij u past: het al eerder
genoemde constitutiemiddel. Denkt de homeopaat dat middel
gevonden te hebben, dan zal hij dat in meer of minder
verdunde (gepotentieerde) vorm aan u voorschrijven om
daarmee uw zelfherstellend vermogen te activeren. Het zal u
niet verwonderen, dat een homeopathisch consult meer tijd
vergt dan bij een reguliere arts; het eerste bezoek kan wel
een uur of langer duren. Indien nodig zal de homeopathische
arts uw gezondheidstoestand mede beoordelen aan de hand van
lichamelijk of aanvullend onderzoek. Ter controle of het
geneesmiddel het juiste is geweest, zal de homeopaat u na
enkele weken willen terugzien. Blijkt het middel dan goed
gewerkt te hebben, dan zal het vervolgconsult minder tijd
vergen dan het eerste. Heeft het middel niet of niet genoeg
gewerkt, dan zal hij op basis van nader door u te
verstrekken informatie zijn keuze van het geneesmiddel
bijstellen of geheel veranderen.
|