Nieuwsbrief.
S.
van der Veen, arts.
Gravenmaat
17.
9302 GA
Roden.
Tel: (050) 501 46 66
Fax: (050) 501 8 29
Email: drsvanderveen@home.nl
Website:
www.drsvanderveen.nl
Wat is orthomoleculaire geneeskunde?
Inleiding:
De term
'orthomoleculair' werd voor het eerst gebruikt in 1968, door
professor Linus Pauling. Orthos komt uit het Grieks en
betekent: juist, recht of gezond, en orthomoleculair staat
voor: de moleculen betreffende. In de orthomoleculaire
geneeskunde streeft men er dus naar met stoffen te werken
die het lichaam zonder schade kan gebruiken en verwerken.
De rol van
voeding:
De wetenschap
dat voeding een geneeskrachtige werking kan hebben stamt al
van eeuwen geleden. Zo noemt Hippocrates (460-377 v Chr)
meerdere malen de geneeskrachtige werking van voeding en
hanteert Maimonides (1135-1204) de stelling dat: 'geen
enkele ziekte die door dieet kan worden genezen, met andere
middelen dient te worden behandeld'. Dit idee raakte op de
achtergrond toen, vanaf ongeveer 1850 de chirurgie steeds
grotere resultaten boekte en na de tweede wereldoorlog, de
antibiotica als krachtig middel tegen infectieziekten
ontwikkeld werden. Naast deze zeer effectieve
behandelmethoden werd de invloed van voeding als
ondergeschikt ervaren. In het begin van de 20e eeuw werden
steeds meer gebreksziekten ontdekt die genezen konden worden
door het toedienen van één vitamine. Een voorbeeld is
scheurbuik dat te voorkomen en te genezen bleek met vitamine
C. Dat voeding meer invloed heeft dan alleen het voorkomen
van de typische gebreksziekten wordt steeds duidelijker
vanaf ongeveer 1960.Sindsdien blijkt uit een groeiend aantal
wetenschappelijke onderzoeken dat er wel degelijk een niet
te verwaarlozen relatie bestaat tussen voeding en ziekten.
Zo is inmiddels duidelijk dat slechte voedingsgewoonten een
rol spelen bij het ontstaan van bijvoorbeeld kanker, hart-
en vaat ziekten en ouderdomsdiabetes.
Voeding geeft
niet genoeg
In de
orthomoleculaire behandelwijze staat het streven voorop om
met de voeding zoveel mogelijk nodige en nuttige
voedingsstoffen binnen te krijgen en zo weinig mogelijk
schadelijke stoffen. Helaas is het, ook voor een gezond
persoon, bijna onmogelijk om via de voeding optimale
hoeveelheden van bepaalde voedingsstoffen te consumeren. Het
meest bekende voorbeeld hiervan is wel foliumzuur. Ook
reguliere geneeskundigen adviseren nu gezonde vrouwen die
zwanger willen worden, extra foliumzuur te nemen om de kans
te verkleinen dat hun kind geboren gaat worden met een open
ruggetje. Zowel met het doel ziekten te voorkomen als met
het doel ziekten te behandelen, kan het nodig zijn, naast
een zo volwaardig mogelijke voeding, extra voedingsstoffen
in de vorm van voedingssupplementen in te nemen.
Voedingssupplementen zijn in feite tabletten of capsules die
een hoog gehalte bevatten van stoffen die in geringere
hoeveelheid ook in de voeding voorkomen. Dit kunnen zijn:
vitamines, mineralen, aminozuren, essentiële vetzuren of
enzymen, maar ook minder bekende groepen van stoffen zoals
bijvoorbeeld de bioflavonoïden. Orthomoleculaire voeding en
voedingssupplementen kunnen in het algemeen zonder problemen
gebruikt worden naast andere behandelingen zoals regulier
geneeskundige behandelingen of bijvoorbeeld homeopathie.
Toch kunnen soms orthomoleculaire middelen en reguliere
medicijnen elkaars werking beïnvloeden. Het is daarom van
belang dat een arts, apotheker of therapeut er van op de
hoogte is wat u gebruikt.
Behandeling:
Wanneer u naar
een orthomoleculair arts of therapeut gaat, zal deze al uw
lichamelijke klachten, maar ook vaak uw emotionele problemen
willen weten. Verder zal uw behandelaar nauwkeurig willen
weten wat u aan voedsel en drinken binnen krijgt. Daarbij is
het ook belangrijk of er voedingsmiddelen zijn die u slecht
verdraagt. Soms is het raadzaam te onderzoeken of er een
tekort of een overmaat van bepaalde stoffen in het lichaam
aanwezig zijn. Dit kan in bloed of urine gemeten worden. Met
alle verkregen gegevens zal de behandelaar een behandelplan
opstellen en dit aan u voorleggen. Dit behandelplan zal
veelal bestaan uit een dieet of een beperkter aantal
voedingsadviezen. Daarnaast adviseert hij/zij u mogelijk om
één of meerdere voedingssupplementen te gaan gebruiken.
Eten we nog wel zo
gezond?
De basis van een
gezond lichaam is gezond eten. Maar wat is gezond eten?
Alles is tegenwoordig bewerkt in voedingsmiddelen.
Kleurstoffen, smaakversterkers, geurstoffen,
conserveermiddelen, emulgatoren, en ga zo maar door, zijn zo
in onze producten verwerkt dat ze niet opvallen. Het zijn
deze onnatuurlijke toevoegingen waar onze stofwisseling
steeds meer moeite mee krijgt.
En dan suiker:
"suiker is dé ziekmaker van deze tijd”. Overal is suiker in
verwerkt, in alle kant-en-klare
producten,
blikgroenten, sauzen en zelfs in vleeswaren, want suiker is
het goedkoopste conserveermiddel. In frisdranken zitten
extreme hoeveelheden. Ons lichaam is verslaafd aan suiker.
Overmaat suiker, in combinatie met tekorten aan essentiële
mineralen, wordt verantwoordelijk gehouden voor het ontstaan
van ouderdomsdiabetes.
Moderne
landbouwmethoden, met kunstmest en bestrijdingsmiddelen,
hebben de grond verarmd.
De producten zijn
daardoor arm aan magnesium en andere sporenelementen. Dit
wordt nog verergerd door industriële bewerking waarbij nog
meer vitaminen en mineralen verloren gaan. In de afgelopen
eeuw is onze voeding kwalitatief achteruitgegaan. Tot ±
honderd jaar geleden bestond de voeding uit veel verse
plantaardige voedingsmiddelen, zoals noten, zaden, granen,
wortelen, groenten,
fruit en peulvruchten, en ook wild, gevogelte en vis.
Geraffineerde koolhydraten en suikers die wij nu in allerlei
vormen nuttigen kwamen bij onze voorouders nauwelijks voor.
Bij de oorspronkelijke voeding werden koolhydraten in de
vorm van hele
graankorrels
gegeten en bevatten een rijkdom aan voedingsvezels,
vitaminen, mineralen en spoorelementen. De oorspronkelijke
voeding bevatte ook veel minder verzadigd vet en meer
meervoudig onverzadigde vetzuren uit plantaardige oliën.
Tegenwoordig eten we veel meer
verzadigde en
dierlijke vetten dan onverzadigde vetzuren. De evolutie van
de moderne voeding is in nog geen honderd jaar, een fractie
van de menselijke geschiedenis, zo snel gegaan dan dat de
mens zich niet goed heeft kunnen aanpassen. Omdat de mens in
deze jachtige tijd zo intensief en in zo’n hoog tempo leeft
en werkt heeft hij
deze essentiële
voedingsstoffen eigenlijk nog veel harder nodig dan vroeger.
Zo kan het gemakkelijk voorkomen dat een pakket aan
levensmiddelen wordt samengesteld dat producten bevat
waaraan, voor de consument onzichtbaar, veel essentiële
voedingsstoffen ontbreken.
Geen wonder dat bij
het ontstaan van vele ziekten voedingstekorten een rol
spelen! Uit vele onderzoeken komt steeds weer naar voren dat
het grootste gedeelte van ziekten en sterfgevallen ontstaan
is door wat we eten.
Veelgehoorde kreten
zijn “Ik eet verstandig”, “ik eet gezond” en “ik ben nooit
ziek”. Ook de mening van het voedingscentrum in Den Haag is
dat als men goed en gevarieerd eet, men geen extra vitamines
en mineralen nodig heeft. Echter analyse van de voeding laat
zien dat onze voeding niet optimaal is. Uit het onderzoek
“Zo eet Nederland 1998” kwam naar voren dat we steeds minder
aardappelen, brood, groente en fruit eten. Van groente en
fruit krijgen we ongeveer de helft van de dagelijkse
aanbevolen hoeveelheid binnen. We eten ook steeds minder
boter en margarine, minder vetten (totaal) dus ook minder
van de goede vetten. Dit geeft bij veel bevolkingsgroepen
vitamine A tekort. De actie “let op Vet” van enkele jaren
geleden heeft niet het beoogde resultaat opgeleverd. De
mensen zijn over het algemeen wel minder vet gaan gebruiken,
maar bij velen zijn van de goede vetten (de onverzadigde
vetzuren) tekorten ontstaan. Het gebruik van “light”
producten is ook niet
aan te raden, want
± 30 % minder vet, wil zeggen: nog steeds 70 % hoofdzakelijk
verzadigd of dierlijk vet.
Cholesterol is een
nuttige stof in ons lichaam, het wordt in grote hoeveelheden
in onze lever gemaakt. Het gedeelte uit de voeding bedraagt
ca 20 – 25 %. Wanneer we d.m.v. dieet de toevoer beperken
wordt onze eigen productie verhoogd. Wanneer we cholesterol
verlagende medicijnen krijgen, wordt de kringloop van de
cholesterolproductie onderbroken. Gevolg is ook dat de
productie van
CoenzymQ10 geblokkeerd wordt, wat o.a. gevolgen heeft voor
de cellulaire energievoorziening.
Een groot deel van
de bevolking lijdt aan darmklachten. Het overgrote deel van
ons afweersysteem zit in de darm. Zonder een goed
functionerende darm is een goede gezondheid niet denkbaar.
Voor een goede gezondheid is dus een goede spijsvertering
belangrijk. Gezonde voeding draagt hieraan bij. Maar wat is
nu echt gezonde voeding; voeding bestaat uit koolhydraten,
eiwitten, vetten,
vitamines,
mineralen, sporenelementen, vezels en water.
Gezonde voeding
bestaat uit zoveel mogelijk onbewerkt basisvoedsel. Veel
groente (rauwkost) en fruit. Matig met dierlijk eiwit en
vet. Voldoende onverzadigde vetzuren. Vezelrijke producten.
Matig met suikers, zout, koffie, thee en alcohol. Zoveel
mogelijk biologisch (dynamisch) gekweekt, volgens het ritme
van de natuur, (seizoen
gebonden), gewassen
uit eigen streek.
Voorbeeld van een
gezond basismenu
Ontbijt
Volkoren of
zuurdesembrood evt. met wat roomboter,
Beleg: magere
vleeswaren (geen varkensvlees), geitenkaas, reformkaas,
boerenkaas met mate,
notenmoes, tahin,
sojapasta, carobpasta, tofu spread, fruitbeleg, kruidenkwark
of Hüttenkäse. Kruidenthee zonder suiker. Of: muesli met
biogarde, kwark of magere yoghurt, zonder suiker, met wat
fruit. Of: eventueel verse vruchten.
Tussendoor
Thee, groene thee
of kruidenthee, alternatieve koffie zonder suiker. Volkoren
crackers of rijstwafels evt. met beleg. Of: vers fruit.
Lunch
Volkoren of
zuurdesembrood met beleg. Rauwkostschotel met koudgeperste
olie. Kruidenthee. Beker biogarde of karnemelk (kan ook
later tussendoor)
Tussendoor
Kruidenthee zonder
suiker, of glas biogarde, karnemelk.
Knäckebröd of
rijstwafel evt. met beleg, of schaaltje biogarde met wat
muesli en vers fruit. Half uur voor de warme maaltijd
eventueel glas groentesap of een kopje soep.
Warme maaltijd
Granen
(zilvervliesrijst, gierst, boekweit, haver, tarwe etc.) Evt.
portie aardappelen. Flinke portie groente en/of rauwkost
(aangemaakt met koudgeperste olie en goede reformazijn of
citroensap). Vis, mager vlees (geen varkensvlees) ei, of
vleesvervanging (noten, zaden, peulvruchten, seitan of
Sojaproducten)
’s Avonds
Alternatieve koffie
of kruidenthee zonder suiker.
Evt. suikervrije
reformkoek of zelfgebakken koekje.
Mineraalwater,
vruchtensap zonder toegevoegd suiker, groentesap of diksap.
Eventuele snacks:
Ongebrande verse
noten, maïschips, ongezwavelde zuidvruchten, evt.
“reformsnoep” mueslirepen,vruchtenrepen, haverkoeken (zonder
suiker), reformzoutjes.
|